Een boompje opzetten over de bosbodem.

“A nation that destroys it’s soils, destroys itsself”.

Wijze woorden van Franklin Delano Roosevelt. En een waarheid als een koe. Ondanks dat in de laatste jaren de bodem en haar vruchtbaarheid steeds meer in de belangstelling staat, lijken herstel-strategieën, zowel in de landbouw als in de bosbouw nog ver weg. Terwijl het vruchtbaar houden van je belangrijkste productiefactor prioriteit nummer 1 zou moeten zijn. En hoe gezond en voedselrijk die bosbodem (nog) is, is de vraag….
Veel van onze bossen zijn ooit aangeplant op arme, vaak verstoven, zandgronden omdat de grond te arm was voor agrarische productie. Klassieke vlaktegewijze houtproductie in combinatie met de zure regen die voedingsstoffen versneld doet uitspoelen, heeft er voor gezorgd dat de bodems door de eeuwen heen nauwelijks rijker zijn geworden en op veel plaatsen zelfs nog armer. Veel van de huidige problemen in de bossen zijn gevolgen met als oorzaak: een degraderende bodem. Eikenprachtkevers? Gevolg en geen oorzaak. De natuur ruimt zwakke bomen op, dat doet zij altijd.
Kunnen we het proces van verarming van de bodems doorbreken? Ja en Nee. De omgevingsfactoren, zoals het uitgangsmateriaal en de “zure” regen, kunnen we als bosbeheerders niet of nauwelijks beïnvloeden. De methoden die we kiezen om het bos te beheren en het hout te oogsten zijn wel aan onszelf. Juist daar zitten een aantal knoppen die wel te beïnvloeden zijn.  Heb wel geduld, want de processen die je kunt beïnvloeden werken traag, op een tijdschaal die eerder over generaties dan over jaren gaat. Maar goed, daar zijn bosbeheerders wel aan gewend: ‘boompje groot, plantertje dood’.
Het is van belang in te gaan zetten op een manier van bosbeheer die minder ingrijpend is voor het bos. Gechargeerd gezegd: we moeten geen “akkerbouwers” zijn met grootschalige monocultures en kapvlaktes. De risico’s daarvan zijn, onder andere met het oog op klimaatverandering, te groot. Denk hierbij aan gevoeligheid voor ziekten en plagen, sterke verandering in het bosklimaat (meer temperatuurschommelingen, meer licht en lagere lucht- en bodemvochtigheid) waardoor nuttig bodemleven verdwijnt, verdroging toeneemt  en uitspoeling van voedingsstoffen toeneemt. De oplossing zit in een goed functionerend bosecosysteem, waar het samenspel tussen individuele bomen van verschillende boomsoorten en tussen de bomen en andere organismen (schimmels, insecten, etc.) centraal staan in het beheer. Een bosecosysteem dat zichzelf op een natuurlijke manier gezond houdt EN hout produceert!
Door slimme keuzes te maken in verjongingsplannen kan stapsgewijs toegewerkt worden naar een goed functionerend bosecosysteem. Stap 1 is om direct kleinschaliger te gaan werken: geen klassieke vlaktegewijze verjonging, maar verjonging in kleine eenheden (denk aan 1.000-2.500 m2) om uiteindelijk toe te werken naar een uitkapsysteem. Hoe meer richting het uitkapbos wordt bewogen, hoe beter het bosklimaat. Temperatuur, licht en vochtigheid blijven meer constant, waardoor de organismen in het bosecosysteem minder worden aangetast door de kap. De bodem zal daardoor minder snel degraderen. Kaalkap is weliswaar een goedkope manier van werken, de logistiek is eenvoudig en er hoeft niet veel te worden nagedacht. Maar de keerzijde van kaalkap is op lange termijn meer nadelig dan het voordeel in het nu.

Als de kaalkap vaarwel is gezegd, is de volgende stap het stoppen van de degradatie en het regenereren van de bodem. Kies boomsoorten met rijk strooisel (bijv. Esdoorn, hazelaar) waardoor bodemleven dat de strooisellaag moet omzetten weer gaat leven en zorgt voor een draaiende kringloop. Strooisel van bijv. Grove den wordt slecht omgezet, versterkt de verzuring en versnelt de  uitspoeling van voedingsstoffen. Linde en esdoorn zorgen juist voor het tegendeel. Op zeer arme bodem kan de berk ook een belangrijke rol vervullen. Kijk naar de bodem en stel dan vast welke soorten het beste passen. Een goede analyse is van groot belang.

De ontwikkeling van een gelaagd, gemengd, productief bos kost tijd, neem die tijd! Veel bestaande bossen functioneren houtteeltkundig onvoldoende (boomsoort, kwaliteit, bijgroei), maar deze bossen spelen wel een grote rol in het behoud van de groeiplaats en haar vruchtbaarheid (het levende fundament). Het is zaak om het bos zodanig in stand te houden dat er voldoende ruimte is voor een gelaagde verjonging. Laat het “oude” bos er voor zorgen dat de jonge aanplant of natuurlijke verjonging “bovenop” het oude bos kan groeien. Op deze wijze wordt een groeiplaats in stand gehouden en ontwikkeld die steeds rijker wordt (mits er niet teveel voedingsstoffen uit het systeem verdwijnen door kap en uitspoeling). Een groeiplaats die geschikt is voor een breder scala aan boomsoorten, een flinke bijdrage levert aan de aanwas en daarnaast ook nog eens veel meer natuurwaarden herbergt.

En tijdens het beheer zorg je natuurlijk ook goed voor je bodem en het bosklimaat. De vochtvoorziening, zowel van de boomwortels als van de broodnodige bodemorganismen heeft lucht nodig. Zonder lucht in de bodem kan vocht niet goed opgenomen worden. Voorkom dus verdichting van de bodem maar gebruik van vaste dunningspaden. Laat de zware klepelbak zoveel mogelijk staan om verdichting tegen te gaan en laat de bodem zoveel mogelijk met rust. Indien mogelijk kan steenmeel worden toegepast om de tekorten aan mineralen in het bosecosysteem aan te vullen.

Zijn dit nieuwe inzichten? Nee. Onlangs las ik een vlugschrift van SBB, uit 1954. Daarin werd al gewaarschuwd voor de verarming van de bodem! Als je door je oogharen kijkt, zie je dat sinds het einde van de 20e eeuw steeds meer inzichten zijn ontwikkeld die het bos benaderen als levend bosecosysteem. Vanuit die inzichten kan elke eigenaar of beheerder zijn eigen bosbeheerstrategie bepalen. Bosbeheer is net als soep koken. Je gebruikt de ingrediënten die op dat moment en op die plek voorhanden zijn. Eventueel voeg je een ingrediënt toe. Een goed kok maakt dan smakelijke soep. En of de ingrediënten nou ideeën zijn vanuit de QD methode, het geïntegreerd bosbeheer, Pro Silva, Dauerwaldgedachte, Naturgemaße Waldwirtschaft, dat maakt niet uit. De mix of het ingrediënt dat op die plek het beste past, die gebruik je. Niet in het keurslijf of het protocol, maar flexibel, toegespitst en op maat voor jouw bos!

Deel dit bericht

Roy

Sparren of een boompje opzetten?
06 - 54 69 34 44
Neem contact op met Roy